Le patrimoine fluvial :
C’est peu après 1850 qu’est construite la route de la vallée, reliant Dinant à Hastière. Elle facilite grandement le travail des charretiers, qui devaient auparavant emprunter les routes des hauteurs.
La Meuse aussi favorise les échanges internationaux, avec des bateaux hâlés par les chevaux ou par les hommes. Mais le débit du fleuve ne permet pas aux bateliers de transporter des charges à grand tirant d’eau, particulièrement dans la section entre Freÿr et Agimont.
Dans les années 1860, on canalise la Meuse et on crée des barrages-écluses ; ceux de Dinant et Anseremme sont élevés en 1875, ceux de Waulsort et Hastière, en 1879.
Après 1880, des travaux d’élargissement d’écluses et de création de chenaux rendent possible la navigation des péniches à vapeur et leur fort tonnage.
Le passage d’eau de Waulsort est toujours opérationnel : créé en 1871 (le premier passeur fut Ferdinand Martinot), il facilita la vie des riverains de Falmignoul et de Waulsort.
Lors des crues, le fleuve peut charrier 2500 m³ d’eau par seconde… Dans le petit passage sous le chemin de fer (en allant vers l’église) et sur l’escalier en pierre devant l’écluse, des témoins indiquent différents niveaux de crues.
Erfgoed van de stroom :
Kort na 1850 werd in de vallei de verbindingsweg Dinant-Hastière aangelegd. Dat verlichtte aanzienlijk het werk van de vrachtvoerders die voorheen verplicht waren de wegen op de heuvelrug te gebruiken.
De Maas bevordert de internationale uitwisseling, met boten die door paarden of mensen getrokken worden. Het waterdebiet laat de schippers evenwel niet toe vrachten met grote tonnenmaat te vervoeren, meer bepaald tussen Freÿr en Agimont.
In de jaren 1860 wordt de Maas gekanaliseerd en worden stuwdammen en sluizen aangelegd; die van Dinant en Anseremme worden gebouwd in 1875, die van Waulsort en Hastière in 1879.
Na 1880, dankzij de verbreding van de sluizen en de vaargeulen, is de doorvaart van stoomboten met grote tonnenmaat mogelijk.
De overzet van Waulsort is nog steeds in werking: in gebruik genomen in 1871 (de eerste veerman was Ferdinand Martinot) was hij voor de oeverbewoners van Falmignoul en Waulsort van groot nut.
Bij hoogwater kan het debiet 2500 m³ per seconde bereiken. In de smalle doorgang onder de spoorweg (in de richting van de kerk) staat de meting van het waterpeil tijdens de overstromingen aangeduid.
Pour plus d'information sur l'histoire de la région au fil de l'eau, voir le premier Carnet du Waulsortium sur
https://waulsortium-virtuel.be/waulsortium/publications
